Lezen: kijken en luisteren belangrijk

Genietend kijk ik naar de vogeltjes in mijn achtertuin. Spetterend en kwetterend, maken ze gebruik van mijn net gevulde waterbak. Op de achtergrond nog meer klanken. Al die geluiden, ze klinken als muziek in mijn oren. Van vinken, roodborstjes, mussen, spechten en nog veel meer. Dagelijks zorgen zij voor een “muzikale” achtergrond.

Toch geven de klanken soms ook een beetje verwarring. Mijn man, een echte vogelliefhebber, kan de vogels aan de hand van de klanken al op een afstand herkennen. Mijn brein werkt toch iets trager. Want van welk vogel komt nu welke klank, welk geluid? En welke klankverschillen hoor ik eigenlijk? Tjonge jonge, dit valt echt tegen. Even denk ik aan mijn leerlingen die ook soms zo worstelen met het onthouden van klanken.

Net als ik, leren kinderen klanken herkennen door te luisteren. Al vanaf de eerste levensmaanden, leren ze taal, van hun ouders. Stapje voor stapje, door zelf te oefenen, klanken na te bootsen, en door te ervaren welk effect een klank heeft op de ander, wordt de eigen klank/spraak gestimuleerd. Luisteren naar klanken, ervaren waar een klank bij hoort en kijken naar het effect van deze klanken, is dus heel belangrijk. Als ouder of leerkracht stimuleren en prikkelen we dit vaak onbewust.

In mijn onderwijspraktijk merk ik, bij kinderen die de klank-tekenkoppeling maar moeilijk onder de knie krijgen,  hoe groot het verschil is tussen kijken en luisteren. Een klank koppelen aan een vorm die je ziet is niet eenvoudig. Zeker als de klank en de vorm nog geen betekenis hebben.

Een vorm kun je vastpakken (tactiel), bekijken (visueel) en er betekenis aan geven. (Ik zie en voel een letter). Een klank kun je echter niet vastpakken en onderzoeken. Een klank is direct weg, nadat je hem gehoord of uitgesproken hebt. Daarom bespreek ik tijdens mijn lessen met kinderen die vastgelopen in een leesproces, altijd het verschil tussen de uiterlijke kenmerken van een letter en een klank. Het is namelijk belangrijk dat kinderen het verschil leren tussen wat ze zien en wat ze horen. Wanneer je kijkt naar een woordpatroon en weet wat het betekent, weet je ook hoe het woord klinkt in je moedertaal. Stukje bij beetje, kun je dan ook werken aan de relatie tussen de verschillende vormen (tekens) in een woord en welke klanken daar bij horen. Dat vorm en klank elkaar kunnen versterken, komt daarna pas aan bod. 

Gelukkig ik krijg hulp! Een vogelman met veel parate kennis. Hij leert me dat de uiterlijke kenmerken van vogels, die ik al best goed ken, in mijn brein samen moeten komen met de klank die zij laten horen. Wat blijkt veel vogels roepen hun eigen naam (of iets wat daarop lijkt) en er zijn, voor mij als leek, nog een aantal visuele aspecten die ik mee kan nemen. De boomklever, één van mijn favoriete vogels, herken ik dan ook al snel aan zijn uiterlijke kenmerken en het geluid van twee knikkers die tegen elkaar komen. Mijn heggemus is een ander verhaal. Hij maakt het geluid van een piepend wieltje of piepend kruiwagentje maar uiterlijk zit hij toch nog niet helemaal. Elke dag oefen ik even…. Wat zien mijn ogen? Welk klanken horen mijn oren? Welk plaatje krijg ik in mijn hoofd? Welk verhaaltje kan ik hierbij maken….

Oefening baart kunst, zei mijn moeder altijd. Toepassen wat je zelf ontdekt, de kennis en je ervaringen zijn dan ook een goed begin om dingen anders aan te pakken dan je misschien gewend bent. En wanneer ik met Tobias van 8 jaar aan de slag ga, denk ik stiekem af en toe aan mijn eigen worsteling met klanken.

Al voordat hij gaat zitten, kijkt Tobias naar het bord. Hierop heb ik twee lettervormen naast elkaar gezet; de eu. Tobias heeft moeite met de klank die hoort bij deze combinatie-letters. Al eerder is hij bij mij geweest en samen hebben we tijd genomen om de vormen van letters te beschrijven. Tobias is goed in het beschrijven van vormen, dat weet hij ondertussen. Hij wijst en zegt…daar staat de olifant. Hij wijst de letter e aan. Voorzichtig stel ik een volgende vraag; “wat zie je nog meer op het bord? “

Net zo voorzichtig als ik mijn vraag stel, geeft hij antwoord. “De olifant en een andere letter?” Het woord “olifant” is voor mij direct een aanknopingspunt. Tobias heeft namelijk in een eerdere sessie aangegeven dat hij vond dat de e leek op een olifant. Vooral de lange slurf was voor hem een duidelijk kenmerk. De u blijkt echter lastiger. Samen gaan we op onderzoek uit. Tobias vindt uiteindelijk dat die u lijkt op een kopje zonder oor. De olifant voorop, het kopje zonder oor erachter. Op het bord schrijf ik een aantal woorden. Woorden waar de eu in voorkomen; eus, neus, reus, deur….

En terwijl Tobias de eu vormen in de woorden onderstreept, start ik mijn verhaal over Eus. De woorden aanwijzend, koppel ik hetgeen hij visueel ziet aan een auditief verhaal. Eus, de reus met zijn hele dikke neus. Alles met één doel, geheugensteuntjes en visuele tips geven om te onthouden met welke letters, de klank eu wordt geschreven. Met behulp van Alfa- bedding, een eigen onderzoek en de vogels in mijn tuin weet ik dat het combineren van kijken en luisteren een proces is. Een proces van herkennen, vergelijken en herhalen.

Tobias moet lachen om het verhaal, het zaadje is gepland. Meerdere malen benoemt hij Eus, de reus met zijn dikke neus. Even later komen er ook nog Teun, de vriend van Eus bij. Samen lopen ze door de rode deur van het huis van Eus. Wanneer ik vertel dat Eus, de reus met zijn dikke neus, soms in zijn neus peutert, kan zijn dag niet meer stuk. Tobias blijft de zin wekenlang herhalen.

Mijn mussen met hun uiterlijke verschillen schieten voorbij in de tuin. Het gekwetter, gefladder en hun gesjilp hoor ik op de achtergrond. Hun klanken, hun geluid, ik herken ze nog niet helemaal maar de verschillen begin ik steeds beter te ontdekken. Heggemus, slank, ringmus, met een ring op zijn wang en de huismus met zijn zwarte keel en borst en een witte stip achter het oog. Nu de klanken nog!

En Tobias? Die blijft zijn verhaaltje van Eus maar opzeggen. Hij wijst eu vormen aan, arceert de combinatieletter eu in woorden/teksten en kan steeds beter de bijbehorende klank onthouden.

Hij kan letters zien en klanken uitspreken en horen.

En jij?

Hoe leg jij vormen en klanken uit aan je leerlingen?

Aquilien

Share this Post

Leave a Comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

*
*