Een leesblessure
Woensdagochtend, half elf. De grote oranje leesstoel in groep 3 staat al klaar. Voor de stoel zitten 15 kinderen, op 15 kleine stoeltjes vol verwachting op haar te wachten. Nog wat onwennig neemt Alice plaats. Op haar schoot ligt haar boek. Stevig houdt ze het boek vast. Nog even en dan gaat het gebeuren….
Een half jaar geleden kreeg ik Alice onder mijn hoede met als voornaamste doel; haar leesmotivatie te stimuleren. Een makkie, kun je denken, voor iemand die zo gepassioneerd is van lezen en ervaringen genoeg heeft met kinderen en leren lezen. Niets was minder waar. Ik vond het spannend en meteen ook uitdagend, want hoe motiveer je een intelligent kind van dertien jaar, met een AVI M3 niveau, terwijl je weet dat haar leesontwikkeling met verdriet, angst en boosheid gepaard is gegaan. Hoe brokkel je een hoge muur af, die een kind opgebouwd heeft? En hoe bouw je, in een korte tijd, aan een relatie, die veilig, vertrouwd en betrokken genoeg is om een kind (weer)aan te zetten tot lezen? Mijn uitdaging was groot.
Ik zie haar nog in de deuropening staan. Haarscherp kan ik onze eerste ontmoeting in mijn brein naar voren halen. Haar hoofd iets wat gebogen, haar ogen die alle kanten heengaan maar mij niet echt aankijken, haar mimiek en haar zachte wat ingetogen stem. Ik hoor nog steeds haar woorden;” Ik weet het niet, wat wil je dat ik zeg……”
Ondanks de hulp en vele oefeningen die haar waren aangeboden, was Alice nog steeds niet tot een vlotte lezer gekomen. En juist dat had haar beperkt in haar gewenste zelfstandigheid en liet haar dagelijks voelen dat ze met haar intelligentie er “niet bij hoorde”. Terwijl juist bij dit kind er voldoende sterkte kanten aanwezig waren om mee te kunnen werken.
Al na enkele sessies voelde ik een opening. Onze gesprekken die gestart waren vanuit een kennismaking en haar visuele waarnemingen, gingen over in gesprekken over het verleden, haar ervaringen met lezen en de hindernissen die ze ervaarde. Ik hoorde haar optimistisch praten over haar toekomst maar zag gelijk de angst in haar ogen. Want wat als “haar” gekozen school haar afwees omdat ze niet kon lezen?
Een keertje falen is niet erg, zeker niet als deze gevolgd wordt door een succeservaring. Je kunt dit zien als een keertje vallen, kusje erop en weer verder. Een schaafwond geneest wel.
Het wordt anders als je steeds weer faalt, en de schaafwond een soort van schram wordt, een mentale schram wel te verstaan. Een mentale schram die het spontane en zelfstandige leren tegenhoudt. Maar hoe erg een mentale schram ook is, met geduld en een goede ondersteuning geneest ook deze meestal wel.
Het meisje in mijn kamer had echter geen schaafwond of mentale schram. Dit meisje was een meisje met een ”flinke” blessure. Een blessure die constant in haar aanwezig was en van tijd tot tijd, naar de oppervlakte kwam met een flinke aanval. Een aanval van onmacht, onzekerheid, boosheid, en teleurstelling.
Na enkele sessies besluit ik de koe bij de horens te vatten en “mijn doel in mijn leven” (Kinderen helpen om te leren lezen) met haar te bespreken. Tijdens mijn uitleg, bewegen haar ogen van boven naar beneden. Kort hierop stel ik haar de vraag; “Als je aan lezen denkt, wat zou JIJ dan willen bereiken.” Alice wacht even maar dan komen de woorden uit haar mond. “Ik zou heel graag later mijn kinderen zelf kunnen voorlezen, maar ik weet niet of me dit gaat lukken.” Haar hoofd buigt zich weer, haar ogen slaan neer, en ze valt stil. Mijn woorden klinken zachtjes door de ruimte…. “Zou het dan niet fijn zijn om hier samen aan te werken?” Alice knikt en even later zie ik hoe haar ogen stralen als ze haar eerste prentenboek uitzoekt.
Meisjes en jongens met mentale schaafwonden, schrammen en blessures krijg ik regelmatig in mijn onderwijspraktijk. Meisjes en jongens die zo gefrustreerd zijn van het reguliere aanbod, de reguliere aanpak op het gebied van leren lezen omdat ze iets anders zien dan ze horen. Zij willen, net als iedereen, kunnen lezen om zo onbekende stukjes van de wereld te ontdekken en te verkennen. Zij hebben echter mensen nodig die samen met hen deze verbindingen tussen zien en horen tot stand brengen. Niet door steeds hetzelfde aan te bieden, maar door te durven kijken met de ogen van deze kinderen. Hoe? Door ze handvaten te geven, ze te leren kijken en vergelijken. Door ze liefdevol en vol vertrouwen, binnen een veilige omgeving, te leren wat zij nodig hebben.
Haar blonde haren liggen golvend op haar schouders. Met een frisse blik kijkt ze de ruimte in maar haar lichaam verraad op allerlei plekken zichtbaar de spanning. De kleine wiegende bewegingen ondersteunen haar tot het muisstil is. Dan hoor ik haar heldere stem…”Zal ik maar beginnen.” Ze kijkt nog één keer rond, knikt naar de leerlingen en dan komen de woorden vloeiend uit haar mond. Ik mag het allemaal aanschouwen en blij denk ik: “YES, het lukt. “
Vol passie en enthousiasme hoor ik haar blad na blad lezen. Ze stelt vragen en regeert interactief op kinderen. En ik…ik geniet, met volle teugen. Voor mijn ogen zie ik gebeuren wat ik haar zo gun.
Vertrouwen, hoop en een positieve ervaring op het gebied van lezen.
Na afloop hoor ik haar zeggen. “Tot volgende week weer.”
Mijn doel is geslaagd! Leesmotivatie op en top!
En jij?
Hoe zorg jij ervoor dat kinderen die NOG niet kunnen lezen, toch gemotiveerd en betrokken blijven en geen blessure oplopen?
Aquilien